Brabants
Mw Pieterse is van indische afkomst en heeft altijd in het westen van het land gewoond.
Dokter: “Mevrouw Pieterse, hebt u nog pijn?”.
Mw P: “Nei-je”.
Dokter: “Zo, u praat al aardig brabants”.
Mw P: “Ja, dat moet wel, anders noemen ze me kakmadam”.
**********
De Zorgboog
De heer Jansen is dementerend. De doktersassistente komt bloed prikken.
Dhr J: “Wa duurt da lang, bende nou nog nie klaar?”.
Andere bewoner: “Nou, vriendelijkheid is ook maar alles”.
Dhr J: “Ik heb het hé-le-maal gehad met die Zorgboog!”.
**********
Belevingsgericht
Mevrouw Pieterse is dementerend. Zij komt met haar zoon een kopje koffie halen bij de toko.
Mw P: “Heb ik geen knappe vriend?”.
Tokomedewerkster, belevingsgericht: “Zeg dat wel mevrouw Pieterse, hij mag er zijn, die vriend van U. Hebben jullie al lang verkering?”.
Mw P: “Weet je, hij heeft me nog niet gevraagd”.
Mw Pieterse loopt terug naar haar tafeltje.
Halverwege draait zij zich om: “Ha, ha, dat is mijn vriend niet, dat is mijn zoon”.