Donderdag, 8.30 uur, ik loop visite op mijn PG-afdeling, samen met de teamleidster en onze nieuwe basisarts.
Bij mevrouw Pieterse wil ik een controle doen van de hart- en polsfrequentie in verband met afbouw medicatie. Ik kan haar pols niet goed voelen. “Mevrouw Pieterse, uw pols is moeilijk te voelen.” Haar antwoord: “Dat komt door u, dokter.” De knipoog naar de beide dames achter me verneem ik later pas.
Ook de heer Janssen staat klaar mijn ego op te pimpen: “Gij bent mijn dokter, gij bent d’n allerdokterste.”
Zo, deze dag begint goed. Vasthouden dit gevoel. Even iets op mijn kamer halen.
Bij de deur van de afdeling kom ik een familielid tegen. Ik houd de deur voor haar open. Maar dan: “Oh dokter, als ik iemand niet wilde tegenkomen vandaag, dan was u het wel.”
Tegendoelpunten vallen vaak onverwacht. Maar het is nog steeds 2-1.