Alfabetweter

20131219-214404.jpg

Het boekje “De Alfabetweter” (Ronald Snijders en Fedor van Eldijk, De Harmonie, 2013) is een leuk cadeautje voor de feestdagen. Het bevat 1000 neologismen “die het niet gaan redden”.

Om een indruk te geven enkele voorbeelden:

Alfabetweter: 1. iemand die beweert betere woorden te weten dan tot nu toe met het alfabet zijn gemaakt, 2. woordenboek dat deze woorden bevat.

Benefietkeeper: keeper die voor het goede doel staat.

Een aantal van deze nieuwe woorden heeft een zekere medische inslag:

Blindegeleidevis: speciaal getraind waterdier gericht op het door het zwembad loodsen van visueel gehandicapten.

Contractlenzen: bij schriftelijke overeenkomsten te gebruiken optisch hulpmiddel voor het lezen van de kleine lettertjes.

Doktorenbier: speciaal bier dat artsen drinken wanneer ze iemand met succes behandeld hebben. (De omschrijving gaat nog verder, maar is weinig flatteus voor de artsenstand. Diegenen wier nieuwsgierigheid gewekt is verwijzen wij naar het origineel)

Misverstandskies: (tandartsenterm) kies naast de verstandskies. “Volgens mij heb ik de ~ getrokken”. Zie ook: oeps

Onlogopedist: therapeut die mensen leert onduidelijk te praten.

Parasitamol: ondergronds knaagdier dat teert op andermans medicijnen.

Verhuisarts: dokter die steeds van praktijk wisselt. ( of: “dokter die veel van afdeling wisselt”. Daar hebben we binnen ons team de laatste jaren veel mee te maken gehad).

Al lezende werden wij geprikkeld om ook woorden te bedenken, gericht op de verpleeghuissituatie. Hieronder het resultaat. De woorden zijn niet allemaal nieuw, voor een deel zijn het bestaande woorden met een andere betekenis.

Alphabedweter: medewerker die weet waar de antidecubitusmatrassen ingezet zijn. “Hier moeten we een ad-matras inzetten. Kun je even de ~ bellen?”

Doorliggen: blijven liggen als de wekker afloopt.

Kantelzorger: medewerker die ervoor zorgt dat na de maaltijd bewoners in een bepaald type rolstoel gekanteld worden.

Bezorgboog: onderdeel van de Zorgboog dat zorg thuis levert.

Monodisciplinair overleg (Mdo-mono): overleg met jezelf, dubben, zie ook: Mdo-surround.

Bermteam: multidisciplinair overleg aan de kant van de weg.

Kleinschalig koken: gourmetten in pannetjes, zie ook: plaatwerken.

Loggopedist: spraaktherapeut met een schrijfprobleem.

Inloggopedist: kun je bellen als je problemen hebt met inloggen.

Emergotherapeut: in Zeeland opgeleide therapeut die je leert het hoofd boven water te houden, zie ook: luctor.

Kinesist: 1. gastfysiotherapeut uit België, 2. medewerker die veel aan lichaamsbeweging doet.

Akinesist: medewerker die niet in beweging te krijgen is.

Saromatherapie: therapie die de hersenen probeert te prikkelen met geuren van ouderwetse puddinkjes, zie ook: kloppudding.

Transferafdeling: afdeling die alleen in de zomer en rond Nieuwjaar open is, zie ook: transferbureau.

PG afdeling: afdeling genoemd naar oud-keeper van Feyenoord.