11. Met zekerheid doodgaan

Ergens halverwege het eerste deel van mijn ziekenhuisstage werd meneer M. opgenomen . Meneer M. was erg verward en bleek een hoog calcium te hebben zonder een verhoogd PTH. Verder was hij al bekend met prostaatkanker. Op de CT-scan die op de SEH was gemaakt, was een afwijking te zien in de wervel. Eén en één is twee zou je zeggen. De kans dat dit een uitzaaiing van zijn prostaatkanker was, was vrij groot. De kans was geen honderd procent, want daarvoor heb je een biopt nodig van deze wervel.

Kat in ‘t bakkie zou je denken. Nee, helaas, zo werkt het niet altijd. Hoewel familie aangaf dat meneer M. geen behandeling meer wenste aan uitgezaaide kanker, haalden de artsen zijn familie over toch een biopt te doen om de diagnose zeker te weten. Dus meneer M. werd opgenomen op onze afdeling voor verder onderzoek. Hij liep doelloos rond, wist niet wat hij bij ons deed en wilde ook regelmatig van de afdeling af.

Een paar dagen nadat hij was opgenomen, kreeg meneer M. ook nog eens zwarte stinkende ontlasting, wat duid op een bloedverlies in de maag of slokdarm. Hierbij stond ook kanker hoog bovenaan de lijst met mogelijke diagnoses. En ook deze kankersoort zou niet meer behandeld worden. Dus de in mijn ogen juiste vervolg stap was geen onderzoek meer te doen. Beide invasieve onderzoeken die nodig waren, zijn namelijk erg onprettig voor een verwarde patiënt en voor het behandelbeleid was het niet nodig de precieze oorzaak te weten. Er stond van te voren al vast dat meneer M. niet behandeld ging worden. In de overdracht zag ik mijn kans om deze denkwijze, die typisch is voor een specialist ouderengeneeskunde, te delen.

Helaas achtten mijn collega’s het toch belangrijk om verder onderzoek te doen en onderging deze man één van de twee invasieve onderzoeken. De uitslag was een zeldzame kankerssoort. De dokters waren enthousiast. Ze hadden toch maar weer een zeldzame diagnose te pakken. De belangrijkste conclusie voor meneer M. was dat ze hem niet konden behandelen en hij zou sterven.

Al met al wist meneer M. nu wel zeker waar hij aan doodging.

10. Eindelijk

Na 2.5 jaar eerstejaars AIOS ben ik per 1 september eindelijk tweedejaars! En dat betekende afscheid nemen van mijn oude collega’s, waar ik meer dan vier jaar mee heb samen gewerkt en kennis maken met een nieuwe opleider.

De laatste leergesprekken waren meer om te kijken of ik het voorbereiden en het opleiden naast het werken weer zou aankunnen dan dat ze heel veel toegevoegde waarde hadden voor mijn leerproces. Na tweeënhalf jaar ben ik ook wel zover dat ik meer wil leren. Een vertrouwde omgeving verlaten vind ik nooit fijn. Dat heb ik gemeen met mijn PG-patiënten. Het duurt altijd weer even voordat ik weer ben gewend aan de nieuwe omgeving, maar het komt altijd ook weer goed.

Het afscheid is alweer een week geleden, omdat ik eerst nog een weekje vakantie heb opgenomen. Na onze huwelijksreis in Schotland afgelopen juni had ik opnieuw een heleboel eerste keren na corona. Ik ben voor het eerst weer naar het stadion van PSV om te kijken naar de eerste wedstrijd van het seizoen. Voor het eerst kon ik inpakken op de dag dat we gingen zonder dat ik moe was en voor het eerst heb ik weer een klimparcour gedaan in de bomen. Het was weer even wennen aan de hoogtes en de spierpijn erna, maar het was wel weer een overwinning dat ik het kon.

Donderdag ga ik de eerste terugkomdag volgen sinds februari 2021. Afgelopen week heb ik de eerste opdrachten alweer gemaakt. Eindelijk begint mijn leven weer een beetje te lijken op mijn leven pre-corona. Er zijn nog steeds momenten waarop ik rekening met mijn lichamelijke grenzen moet houden, maar het worden er steeds minder. Op naar mijn eerste werkdag in de ouderenpsychiatrie!

9. Wintertijd

In januari startte ik een blog om te schrijven over mijn ervaringen als AIOS ouderengeneeskunde. Op 8 januari werd ik ziek en op 10 januari bewees een PCR-test dat ik opnieuw corona had. Een lange revalidatie periode begon en afgelopen zomer begon ik weer met werken. Het werd tijd om ook de blog weer bij te gaan houden.

Afgelopen zondag ervaarde ikzelf een stukje desoriëntatie in tijd. Mijn vriend en ik waren niets vermoedend naar bed gegaan. Nou ja, een week eerder hadden we er nog over gehad dat de klok op 31 oktober de klok verzet werd en bedacht dat we het niet moesten vergeten, omdat we om 10:00 een verjaardag hadden.

Zolang ik me kan herinneren heb ik een hekel gehad aan de klok verzetten, of dat nu vooruit of achteruit was. Mijn biologische klok is namelijk vrij stipt. Standaard word ik altijd rond 7 uur wakker. Dat houdt in dat ik in de herfst de eerste week om 6 uur wakker word en in de lente van schrik ongeveer tegen het plafond spring om 7 uur, omdat de wekker dan afgaat. Vooral toen ik jonger was, had ik zo’n verschrikkelijke wekker, waarin alarm ook betekende dat die afging alsof er een grote brand was.

Maar ik dwaal af. Afgelopen zondag werd ik in mijn beleving dus om 7 uur wakker en stond niets vermoedend op. Het wennen aan de nieuwe tijd begint normaal gesproken al op de eerste dag door mezelf te dwingen in bed te blijven tot de nieuwe 7 uur, maar nu stond mijn wekker nog niet op de nieuwe tijd en was ik om zes uur al aan het breien aan de trui van mijn vriend. Hij kan nooit tegen me zeggen dat ik niet toegewijd was als hij niet af is voor kerst. Ik kwam pas achter de juiste tijd toen ik een uur later (blijkbaar had ik het half 7 nieuws ook gemist) dat het zeven uur ANP nieuws begon. Inmiddels was mijn vriend ook wakker, want we hadden tenslotte een feestje van ons neefje. Mijn vriend vond het wel prima om weer naar bed te gaan, maar mijn biologische klok was het daar uiteraard niet mee eens. Dus ik had alvast een kerstkaart gemaakt, tien toeren van de trui gebreid en een eerste versie van de deze blog op papier gezet. En dat alles voor half 8 op zondagmorgen. Soms is een beetje desoriëntatie niet verkeerd.

8. Heilige boekjes

In januari startte ik een blog om te schrijven over mijn ervaringen als AIOS ouderengeneeskunde. Op 8 januari werd ik ziek en op 10 januari bewees een PCR-test dat ik opnieuw corona had. Een lange revalidatie periode begon en sinds de zomer ben ik weer met werken. Het werd tijd om ook de blog weer bij te gaan houden.

Soms heb je gewoon momenten dat er chaos ontstaat. Bij mij gebeurt dat regelmatig, vooral tijdens drukke diensten en al helemaal sinds ik corona heb gehad, wordt mijn hoofd een grote warboel. Dan is het niet gek dat ik niet alles onthoud wat er wordt gezegd in een gesprek en daarom schrijf ik altijd mee, of dat nu bij een gesprek met mijn supervisor is of met een verpleegkundige die wat aan me vraag.

Ik heb dus ook twee heilige boekjes, sinds ik weer aan het werk ben (voorheen was dat er maar eentje). De ene is voor de planning en is geordend. Die gebruik ik om orde te scheppen in alle ‘to do’s’ en afspraken. Het andere is een notitieboekje en is net zo’n chaos als de werkdagen (of voorheen diensten) kunnen zijn. Deze gebruik ik voor notulen, gedachtekronkels en notities. De twee boekjes zijn mijn externe geheugen en als ik ze zou kwijtraken heb ik een groot probleem.

Soms vraag ik me wel eens af of dat is hoe het voelt als je Alzheimer hebt. Je raakt steeds meer ‘boekjes’ van je leven kwijt en in de boekjes die je nog wel hebt missen enkele pagina’s, waardoor gebeurtenissen uit het verleden in elkaar lijken over te lopen. Het moet één grote chaos zijn in je hoofd en ik kan me dus heel goed voorstellen dat je er boos van wordt. Hoe frustrerend is het niet dat je weet dat je zou moeten weten hoe de persoon voor je heet, maar je het gewoon niet kunt zeggen?

Natuurlijk kan ik af en toe ook niet op een naam of woord komen (ook dat is erger na corona), maar ik kan me niet voorstellen hoe het is om dat iedere dag te hebben. Gelukkig heb ik al mijn boekjes nog en kan ik, samen met de rest van het team, weer zorgen voor de bewoners die dat niet meer hebben, in de hoop dat wij een beetje terugbrengen wat zij zijn verloren.