Ergens halverwege het eerste deel van mijn ziekenhuisstage werd meneer M. opgenomen . Meneer M. was erg verward en bleek een hoog calcium te hebben zonder een verhoogd PTH. Verder was hij al bekend met prostaatkanker. Op de CT-scan die op de SEH was gemaakt, was een afwijking te zien in de wervel. Eén en één is twee zou je zeggen. De kans dat dit een uitzaaiing van zijn prostaatkanker was, was vrij groot. De kans was geen honderd procent, want daarvoor heb je een biopt nodig van deze wervel.
Kat in ‘t bakkie zou je denken. Nee, helaas, zo werkt het niet altijd. Hoewel familie aangaf dat meneer M. geen behandeling meer wenste aan uitgezaaide kanker, haalden de artsen zijn familie over toch een biopt te doen om de diagnose zeker te weten. Dus meneer M. werd opgenomen op onze afdeling voor verder onderzoek. Hij liep doelloos rond, wist niet wat hij bij ons deed en wilde ook regelmatig van de afdeling af.
Een paar dagen nadat hij was opgenomen, kreeg meneer M. ook nog eens zwarte stinkende ontlasting, wat duid op een bloedverlies in de maag of slokdarm. Hierbij stond ook kanker hoog bovenaan de lijst met mogelijke diagnoses. En ook deze kankersoort zou niet meer behandeld worden. Dus de in mijn ogen juiste vervolg stap was geen onderzoek meer te doen. Beide invasieve onderzoeken die nodig waren, zijn namelijk erg onprettig voor een verwarde patiënt en voor het behandelbeleid was het niet nodig de precieze oorzaak te weten. Er stond van te voren al vast dat meneer M. niet behandeld ging worden. In de overdracht zag ik mijn kans om deze denkwijze, die typisch is voor een specialist ouderengeneeskunde, te delen.
Helaas achtten mijn collega’s het toch belangrijk om verder onderzoek te doen en onderging deze man één van de twee invasieve onderzoeken. De uitslag was een zeldzame kankerssoort. De dokters waren enthousiast. Ze hadden toch maar weer een zeldzame diagnose te pakken. De belangrijkste conclusie voor meneer M. was dat ze hem niet konden behandelen en hij zou sterven.
Al met al wist meneer M. nu wel zeker waar hij aan doodging.