Samenvatting:
Dit is voor het grootste deel een dagboekbeschrijving van de schrijfster, Janna Somers, in wie Doris Lessing zichzelf heeft verplaatst voor dit boek. Janna is redactrice van een mode en stylingblad is alleen komen te staan na het overlijden van haar echtgenoot en haar moeder, beiden aan kanker, na een slopend ziekbed.
Ze raakt ontevreden over zichzelf, vanwege de manier waarop ze met haar man en haar moeder is omgegaan tijdens hun ziekte. Hierbij gaat het met name over de afstand die ze zelf heeft gehouden tegenover hen en de ontkenning van zoals ze zegt, “de aftakeling”. Ze besluit dat ze hierin wil veranderen en wil oudere mensen gaan helpen. In eerste instantie slaagt ze hierin niet via een advertentie, maar dan ontmoet ze in een apotheek mevrouw Fowler,van ruim 90 jaar.
Mevrouw Fowler heeft hulp nodig, maar vraagt dit niet op rechtstreekse manier, integendeel, ze is bits en eigenwijs. Ze geeft allerlei signalen af, die Janna prikkelen om hulp te verlenen. Deze twee voelen zich tot elkaar aangetrokken en Janna gaat al meteen bij de eerste ontmoeting met haar mee naar haar huis. Mevrouw Fowler heeft zich tot dan zelfstandig op haar eigen manier weten te redden.
De communicatie gaat voor een groot deel non-verbaal, maar er ontstaat duidelijk een vertrouwensrelatie tussen de twee en Janna wordt deelgenoot gemaakt van het levensverhaal van mevrouw Fowler.
Met zichtbare moeite accepteert Janna de situatie waarin mevrouw Fowler verkeert en verricht alleen hand en spandiensten voor zover mevrouw Fowler het toelaat. Ondertussen weet deze zich op deze manier nog net staande te houden tot ze ziek wordt. Dan vraagt ze niet rechtstreeks hulp,maar moet Janna “ontdekken”wat er nodig is, door de boodschappen die mevrouw Fowler uitzend. Het komt bijvoorbeeld zelfs zover dat ze in heel direct en vertrouwelijk contact komt met haar, door haar een hoognodige wasbeurt te geven, omdat ze al dagen zichzelf heeft bevuild en de kracht niet had zichzelf te verzorgen. Voor Janna een enorme stap, ze moet heel veel in zichzelf overwinnen, maar ze doet het. Vanaf nu heet mevrouw Fowler dan ook Maudie in het verhaal. De vertrouwensband groeit, ook al weert Maudie haar af en toe weer flink af.
Janna komt er op enig moment dagelijks en krijgt het hele levensverhaal te horen, ze laat Maudie vertellen, en uit haar verhalen wordt haar leven duidelijk, wat voor iemand ze was, hoe ze geworden is wie ze nu is. Janna begrijpt haar dus ook steeds beter en speelt steeds beter op de hulpvragen van Maudie in, waardoor het ook mogelijk is dat deze in haar eigen omgeving blijft. Het blijkt dat Maudie ziet dat ze met haar verhalen Janna een plezier doet.
En Janna kan naar Maudie uitspreken dat ze op haar gesteld is geraakt. Ze wil Maudie ook steeds beter begrijpen. Ze leert door de harde,bitse buitenkant de echte Maudie kennen en gaat van haar houden. Janna krijgt ook steeds meer oog voor andere ouderen, gaat ze meer “zien”en bijstaan. Raakt echt geïnteresseerd in ze.
Ondertussen verandert Janna in de houding ten opzichte van zichzelf en haar werk. Beiden zijn minder overheersend in haar aandacht aanwezig. Ze leert haar fysieke grenzen kennen. Gaat beter voor zichzelf zorgen. Ze wordt ook rustiger, kan meer genieten van kleine momenten , bijvoorbeeld een uitstapje met Maudie naar het park.
Als Maudie verder achteruitgaat wordt deze zich via een droom min of meer ervan bewust, dat ze het liefst door Janna volledig verzorgd wil worden, bij haar in huis wil zijn. Dit vraagt ze Janna aanvankelijk niet, maar langzaamaan wordt dit wel een onuitgesproken barrière tussen de twee. Als ze in feite al stervende is aan darmkanker, hetgeen haar niet verteld is, is dit verlangen ondraaglijk en doet ze op allerlei manieren een beroep op Janna, die haar zoveel als ze kan tegemoet komt. Maar het is nooit goed genoeg, tot Maudie het uiteindelijk vraagt en hier “nee”op krijgt als antwoord.
Maudie kan maar niet sterven, kan niet loslaten en accepteren en blijft heel ongelukkig. Veel zaken zijn onuitgesproken constateert Janna. Na een heel lange strijd, aanvankelijk in het ziekenhuis, na overplaatsing tegen haar wil naar een verpleeginrichting, waarbij ze voortdurend laat merken dat ze zich onrechtvaardig door het leven behandelt voelt, overlijdt Maudie uiteindelijk.
Janna is in de verpleeginrichting met nog meer ouderen in contact gekomen en ziet dat er ook mensen zijn die wel in aanvaarding kunnen sterven.
Beschouwing:
Er ontrolt zich in dit boek een verhaal waarin zorg voor de ander, afwijzing, autonomie, onafhankelijkheid, maar ook afhankelijkheid elkaar afwisselen. Janna doet, zoals ik het zie, in feite aan een vorm van presentie, ze ontdekt dit als het ware terwijl ze zelf inwendig een worsteling doormaakt. Janna krijgt wel een gevoel van betekenisvolheid, al is ze het zich dit aanvankelijk niet echt bewust, maar dat blijkt gaandeweg uit het feit dat ze steeds maar weer teruggaat en uit de wijze waarop haar eigen leven verandert: ze gedraagt zich anders ten opzichte van haar uiterlijk, gaat met steeds meer ouderen contacten aan, gaat van andere dingen genieten zoals het leven dat ze in Maudie ziet opvlammen als deze fel reageert.
Kwaliteit van Leven
Er ontstaat een wederkerigheid, doordat Janna echt aandachtig luistert naar de verhalen van Maudie, waardoor Maudie zich betekenisvol voelt. Janna worstelt ook zonder het te benoemen met het probleem of de situatie waarin Maudie zich bevindt menswaardig is. Of de kwaliteit van haar leven voldoende is. Toch gaat ze vaak tegen anderen in die vinden: ze moet maar naar een bejaardenhuis en samen met iemand van de Sociale dienst, die haar bondgenoot wordt zorgt ze ervoor dat Maudie zo lang mogelijk in haar huisje kan blijven, terwijl ze binnen hun mogelijkheden het bestaan van Maudie zo goed mogelijk proberen te houden. Hiermee dienen ze het belang van Maudie critical interests8: het zo lang mogelijk onafhankelijk blijven en de regie over haar leven houden. Ze is dus echt bezig Maudie te ondersteunen in het leiden van het leven dat voor haar belangrijk is.
Levensverhaal
Dit lukt haar in mijn ogen heel goed, en de hiervoor is het duidelijk ook heel belangrijk dat ze het levensverhaal van Maudie goed kent. Ze is dan ook voortdurend echt geïnteresseerd bezig Maudie haar verhaal te laten vertellen. Ze vraagt, geeft ruimte, luistert actief en heeft tijd hiervoor,zonder commentaar en ze ziet dat Maudie als ze over leuke dingen vertelt ook in haar kracht komen. Als ze nare dingen vertelt gaat het een stuk moeilijker en soms stopt Maudie zelf.
Janna ontdekt dat ze door het aanwezig zijn bij en de aandacht voor Maudie zorgzame kanten in zichzelf ontwikkelt, die ze niet van zichzelf kende, maar die ook anderen nu opvalt. Als Maudie haar uiteindelijk vraagt om haar mee naar huis te nemen en ze nee moet zeggen voelt Janna zich schuldig:”Als je jezelf inlaat met degenen die van alles tekort komen, betekent dat je een gewicht aan schuld op je neemt. Zij hebben zoveel nodig, jij kunt zoveel geven.”
Uiteindelijk probeert de schrijfster nog te zoeken naar de betekenis van het steunen en begeleiden van het stervensproces:”is de pijn het ergste”? Klopt het wel dat de “normale”gangbare criteria op stervenden worden toegepast, als deze een bepaald punt achter zich hebben gelaten?? Is het lijden van de stervende wel half zo erg als het voor de omstanders lijkt?
Bij Maudie speelde fysieke pijn in de rest van haar leven geen grote rol. Als ze pijn had, zette ze zich eroverheen, schonk en vroeg er geen aandacht voor. Is er niet iets anders iets onuitspreekbaars waar de stervende aan lijdt?? Deze vraag is voor mij zeer intrigerend omdat ik daar zelf ook vaak mee worstel. Ook in de palliatieve terminale zorg speelt dit een rol.
Als ik naar Maudie kijk, kon ze haar levenspijn niet uitdrukken, kon ze haar echte behoeftes, hetgeen ze echt nodig had, niet voelen, bewust zijn, en dus uitdrukken, niet vragen. In mijn ogen is dat het verlangen naar lichamelijk contact, naar veiligheid, bescherming, die ze haar hele leven gemist had. Misschien wel de bescherming, die een kind in de baarmoeder heeft, dus de basisveiligheid in een mensenleven, die na de geboorte vervangen wordt door de veiligheid van de relatie met de moeder. Deze pijn uitte zich bij Maudie zoals ik het zie, als lichamelijke pijn. Ik vind dit vanuit mijn praktijk, zeker ook bij een recent meegemaakt overlijden heel herkenbaar.
Ik merk zelfs, als ik dit opschrijf dat ik het in mijn lichaam voel schrijnen. . . . .
Mijn vraag hierbij, is dezelfde die Janna ook stelt: als je dit zo gemist hebt in je leven, kan dit nog “goed” gemaakt worden door de mensen om je heen???
Voor mijzelf heb ik hier als antwoord op gevonden: door als je het aankunt in je leven deze pijn te erkennen, te ervaren in een veilige omgeving, bijvoorbeeld een therapie, is dit in bepaalde gevallen mogelijk.
**********
**********
Ik zie jou, zie jij mij?
Oud en Alleen van Doris Lessing
*************
Terug naar: Ethiek
**********
Heb je vragen voor Lea? Laat een reactie achter onderaan deze pagina of neem contact op via het contactformulier.