Richtlijnen Familiegesprek

Richtlijnen familiegesprek

1     Definitie

Het familiegesprek is een overlegsituatie onder leiding van de (afdelings)arts met in ieder geval de patiënt en/of de 1e contactpersoon/familie en de zorgcoördinator (of vervanger), met als doel het bespreken van het zorgplan: vaststelling (na het 1e MDO), bespreking van belangrijke wijzigingen (bv acute situaties, overplaatsing, ontslag) en na ieder volgend MDO bij behoefte.

Het initiatief tot het familiegesprek kan door elk van de deelnemers genomen worden.

2     Voorbereiding

  • Bepaal wat het doel van het gesprek is en of alle informatie met betrekking tot dit doel voorhanden is.
  • Bespreek het doel van het gesprek met de zorgcoördinator en spreek een taakverdeling af.

3     Richtlijnen

3.1  Informatie geven

  • Controleer of de verstrekte informatie overkomt en aansluit bij het niveau van de gesprekspartners.
  • Beperk het aantal te bespreken thema’s tot 2.

3.2  Doorvragen

  • Gebruik open vragen met als doel verheldering te krijgen.
  • Kies bewust om wel of niet door te vragen.

3.3  Structureren en doelgerichtheid

  • Geef in het begin van het gesprek aan wat het doel is, hoe je het gesprek wilopbouwen, hoeveel tijd beschikbaar is en dat de familie op het eind de ruimte krijgt voor openstaande vragen.
  • Tast in het begin van het gesprek de uitgangssituatie bij de familie af: hoe vinden zij dat het met de patiënt gaat ? zijn er brandende vragen of opmerkingen ?
  • Houd de regie.
  • Houd je aan je agenda en maak bewust de afweging intercurrente vragen en problemen meteen te behandelen of te parkeren voor later in of na het gesprek.
  • Benoem zijsporen, kap af. Geef aan wie hier op terugkomt, wanneer en hoe dit gebeurt.
  • Zorg voor een goede omschrijving van het behandelplan als basis voor het gesprek.
  • Bedenk dat niet alles in één gesprek afgerond hoeft te worden, het gesprek kan ook een onderdeel van een proces zijn.
  • Vat de belangrijkste conclusies en afspraken samen en toets of deze gedeeld worden.
  • Vraag aan de familie en zorgcoördinator of er nog openstaande vragen of opmerkingen zijn.

3.4  Empathie en contact

  • Toon oprechte belangstelling en begrijpend medeleven.

3.5  Actief luisteren

  • Vat het gezegde samen om te controleren of jij goed begrepen bent c.q. de ander goed begrepen hebt.
  • Herhaal woorden of zinnen van de gesprekspartner ter uitnodiging, met als doel meer informatie te krijgen.

3.6  Nonverbaal gedrag

  • Zorg dat houding en intonatie in overeenstemming zijn met de boodschap die je wil overbrengen.
  • Let op voldoende oogcontact.
  • Respecteer stiltes.

3.7  Plaats van emotie

  • Benoem emoties (van jezelf of de gesprekspartners) alleen wanneer dit functioneel is binnen het gesprek of de onderlinge relatie.
  • Vergroot emoties niet uit.

3.8  Rol zorgcoördinator

  • Draag er zorg voor dat de inbreng van de zorgcoördinator bijdraagt aan de doelstelling van het gesprek.
  • Verzoek de zorgcoördinator om praktische zaken met patiënt en/of familie na het familiegesprek te bespreken, zonodig via een nieuwe afspraak.

4     Randvoorwaarden voor het familiegesprek

  • Duur: maximaal ½ uur.
  • Ruimte: een visueel afgeschermde ruimte.
  • Aanwezig: – arts, – zorgcoördinator, – patiënt, – eerste contactpersoon/mentor, bijgestaan door 1 of 2 personen.
  • Frequentie: – minimaal 1 x per jaar, – na ieder MDO (tenzij zowel arts als familie geen behoefte hebben aan een gesprek), – wanneer complicaties of ontwikkelingen een belangrijke bijstelling van het behandelplan noodzakelijk maken.
  • Restauratieve voorzieningen: geen koffie en thee, tenzij bij speciale omstandigheden.

Terug naar: Familiegesprek